Ontstaan
Deze wijk kent haar oorsprong in de late middeleeuwen als meest noordelijke nederzetting (herdgang), destijds nog gelegen in een uitgestrekt heidegebied (Heydside of Heijdsijde), met de buurtschappen Rugdijk/Schans, Kouwenberg, Haansberg, Vijfhuizen en Quirijnstok. In de loop der tijd ontwikkelde het zich tot een voornamelijk agrarisch gebied, met wei- en akkerlanden. De voornaamste kernen waren de Rugdijk en het driehoekige plein dat we nu kennen als De Schans. Al in 1648 werden in dit gebied 214 huizen geteld.
Geïsoleerd
De Heikant, waar vooral boeren, thuiswevers en ambachtslieden woonden, had een geïsoleerde ligging t.o.v. Tilburg. Vanuit de stad waren er twee verbindingen met de noordelijke nederzetting, namelijk het Lijnsheike en de Heikantsebaan (Jac. van Vollenhovenstraat). Vanaf de jaren twintig van de vorige eeuw werden de ringbaan en het Wilhelminakanaal aangelegd waardoor het isolement nog sterker werd gevoeld. Deze barrières werden alleen strikt noodzakelijk gepasseerd, voor werk, boodschappen en de middelbare school. Verder had men weinig met de stad.
Dorpse identiteit
Door die geïsoleerde ligging behield de Heikant tot ver in de twintigste eeuw een dorps karakter, leunend op een katholieke centrum met kerk, klooster, pastorie, patronaat en lagere scholen. Het was een besloten gemeenschap waar iedereen elkaar kende en waar iedereen voor elkaar klaarstond. Er ontstonden een ‘eigen’ verenigingsleven, een eigen mozaïek aan detailhandel en vaklieden en één uitgaansgelegenheid (‘t Wit Paardje). Men voelde zich sterk verbonden met de wijk en men zette zich ervoor in. Verenigingen dreven op vrijwilligers, de parochie werd actief ondersteund en traditionele feesten werden in eigen beheer georganiseerd.
Omslag
Aan de ‘besloten’ situatie kwam halverwege de jaren ‘60 een einde toen de Heikant (binnen Tilburg-Noord) werd aangewezen als uitbreidingsgebied om de woningnood op te vangen. De wijk werd ingekapseld in de gemeentelijke expansiedrift en volgebouwd met ruim vijfduizend eenvormige eengezinswoningen en galerijflats. Daarnaast verrezen er o.a. een omvangrijk winkelcentrum, scholen en een sportcomplex. Hiervoor moesten honderden huizen, boerderijen en winkelpanden het veld ruimen. De wereld van de autochtone bewoners veranderde ingrijpend.
Verbinding-weg
De nieuwbouw vond plaats volgens een rechtlijnig stratenpatroon waarmee de oude verbindingen rigoureus werden doorsneden. De belangrijkste noord-zuidverbinding (Lijnsheike) verdween vrijwel geheel van de kaart. Bewoners in het gebied werden met dubieuze afkoopsommen onder druk gezet of gewoonweg onteigend. Slechts een enkeling durfde zich tegen het gemeentelijke gezag te verzetten en hiermee maakte garagehouder Ad Oppermans zichzelf onuitstaanbaar legendarisch.
Eeuwenlang was de Heikant ook de verbinding tussen Tilburg en de dorpen en steden ten noorden daarvan, maar door de realisatie van de Midden-Brabantweg en de Stokhasseltlaan verdween die verbindingsfunctie totaal. Dit was de doodsteek gegeven voor vele middenstanders die door het verlies aan vaste klanten en passanten de deuren moesten sluiten.
Nieuwe identiteit
Niet alleen het uiterlijke aanzicht maar ook de innerlijke identiteit van de Heikant veranderde. Met de nieuwe huizen kwamen uiteraard nieuwe bewoners, veelal jonge gezinnen elders uit de stad of zelfs uit de rest van Nederland. Velen van hen hadden andere beroepen dan men in de Heikant gewend was; ambtenaren, spoorweg- en ziekenhuispersoneel, eigentijdse ondernemers e.d. De Heikanters zouden zeggen: ‘Die hebben gestudeerd’.
De nieuwkomers voelden zich echter niet minder sterk verbonden met hun leefomgeving. Ook al waren ze protestant of ongelovig, de scholen en zelfs de parochie kon op hun steun rekenen. Dit dankzij de enthousiaste en anti-autoritaire opstelling van de norbertijnen, die sinds 1964 het zielenherderswerk in de wijk verrichtten. Tevens waren er voldoende vrijwilligers te vinden voor parochiewerk, de sportclubs, culturele verenigingen, en later voor initiatieven zoals Het Ronde Tafelhuis, de wijkraad en bij het organiseren van feesten en sociale activiteiten.
Kleurrijk
In de jaren ‘60 telde de Heikant ‘slechts’ tweeduizend inwoners. Vanaf de jaren ‘80 werd Tilburg-Noord de biotoop voor nieuwkomers uit de hele wereld, mensen die hun vaderland waren ontvlucht vanwege oorlog of natuurgeweld, economische vluchtelingen, arbeiders en gelukszoekers. Anno 2020 telt Tilburg-Noord zo’n 120 nationaliteiten, waarvan er zeker vijftig in de Heikant leven. Zij brachten nieuwe impulsen, een culturele diversiteit en gaven de wijk kleur. Uiteraard ontstonden er door deze migrantenstroom de nodige problemen. Moeizame huisvesting, criminaliteit, armoede en werkeloosheid vormden de keerzijde van dat nieuwe gezicht.
Imago
Tilburg-Noord worstelt al decennia met het imago van probleemwijk, en ook de Heikant ontkwam niet aan dat stempel. Maar is dat terecht? Nog in 2019 werd door enkele onderzoeksjournalisten geconcludeerd dat de bewoners en de overige Tilburgers helemaal niet zo negatief over de wijk dachten. Woonomstandigheden, winkelaanbod en recreatiemogelijkheden werden door geïnterviewden zelfs als zeer positief ervaren.
Er zijn wijken die het slechter doen qua leefklimaat en wijkbeleving. Voor de oudere autochtone bewoners is dat iets anders. Zij missen hun vroegere sociale cohesie. De wijk (hun dorp) is niet meer de overeenkomstige en vertrouwde factor. Dat is nu hooguit de straat waar ze wonen, of het contact met de directe buren. In die zin is er in Tilburg geen wijk of buurt die in vijftig jaar tijd zo’n gedaanteverwisseling heeft ondergaan. Een wijk werd een wereld!