Johan de Vos – Cederstraat
Over hoe een schoolhoofd de Protestantse Prins Bernhardschool geleidelijk opende voor alle gezindten en hoe waardevol zijn persoonlijke benadering bleek te zijn.
Johan werd geboren in een protestants gezin in het overwegend katholieke Tilburg. Na de protestants-christelijke basisschool in de Nijverstraat ging Johan naar het Willem van Oranje College in Waalwijk en hij volgde de kweekschool in Dordrecht. ‘Het was 1963 toen ik daarheen ging, elke dag met de trein. Binnen drie jaar had ik mijn hoofdakte. Mijn eerste baantje als onderwijzer was in Sint Michielsgestel.’
In 1972 solliciteerde hij op een vacature als onderwijzer bij de Prins Bernhardschool in De Reit. ‘Die school heet nu Harten Vier.’ Bij die mededeling trekt Johan zijn mondhoeken omlaag. Hij is niet gecharmeerd van die ‘eigentijdse’ naamsverandering. In 1974 overleed het schoolhoofd en Johan werd zijn opvolger. ‘Het was een wat gesloten sfeer. Ik heb geprobeerd om die open te breken. Ik kreeg medestanders en er werden nieuwe leerkrachten benoemd. Er waaide een frisse wind.’
Johan zou als hoofdonderwijzer tot 1985 alle dagen les blijven geven in klas 6, wat nu groep 8 heet. ‘Ik wilde met mijn voeten in de klei staan. Affiniteit houden.’ Hij kijkt met veel plezier terug naar zijn tijd. Al rond 1972 werden ook katholieke kinderen aangemeld, vanaf de jaren negentig kinderen met een islamitische achtergrond. Bij het werven van leerkrachten werd vooral gekeken naar de competenties van de sollicitant. Zo kon het gebeuren dat leerkrachten van katholieke huize een aanstelling kreeg. Zij schaarden zich zonder problemen achter de missie en visie van de school.‘Het was een open huis en iedereen was welkom. Helemaal geen protestants stempel.
Wel hadden we een liedboek. Om iets van die protestantse sfeerklank door te geven. Zongen we ‘s ochtends uit. Als ik het vergat dan werd ik er door de kinderen aan herinnerd. “Meneer we moeten nog zingen”. Dat vonden ze leuk. En we vertelden een op de bijbel geënt verhaal met een link naar het leven van alle dag.’ We deden ook mee aan carnaval, sponsorlopen en sportdagen en zo. We waren niks anders dan een andere school. Alleen qua identiteit verschilden we van kleur.’
Hij benoemt één minpuntje, in zijn begintijd op de Prins Bernhardschool. ‘Er reed toen een bus door Tilburg om protestantse kinderen op te halen. Daar heb ik het verrekte moeilijk mee gehad. Ik vond het absurd dat je zo kinderen moest binnenhalen en houden. Het was bovendien financieel een forse aanslag. Ik heb die bus toen geschrapt. Dan maar minder kinderen.’ Waarvan er overigens ook uit de naburige dorpen kwamen. ‘Toen waren het er zo’n 225. Dat is nu sterk teruggelopen.’
Johan onderhield een directe en betrokken relatie met zijn medewerkers én met de ouders. ’s Morgens en bij het uitgaan van de school stond ik altijd op het schoolplein. Om mensen op te vangen, om ze te leren kennen, praatje maken, informatie inwinnen. Dat hebben ze gewaardeerd. We gingen ook op huisbezoek. Om de situatie daar te polsen. Dat kreeg je andere gesprekken dan tijdens tien minuutjes op school. Onze succesformule? Eerlijk zijn en jezelf blijven.’
‘De school stond er bij mijn afscheid in 2005 mooi bij. Ik had de school zien groeien, in allerlei opzichten. Ze straalde vreugde uit. Ik kom nog wel eens ouders en kinderen van toen tegen. Ze beamen het allemaal. Zwart gat? Welnee. Mijn werk was afgerond. Het was klaar.’ Bij zijn afscheid werd hem door de toenmalige burgemeester, Ruud Vreeman, de Zilveren Legpenning van de stad Tilburg uitgereikt. Johan lacht me vriendelijk en voldaan toe. Hij doet me denken aan mijn eigen hoofdmeester, ook zo’n toegankelijke en sociale man. En ik weet wat dat waard is geweest voor mijn verdere leven…
* alle foto’s collectie Johan de Vos